1 | Halleluja! looft den Heer, |
prijst zijn naam en majesteit, | |
toegewijden aan zijn eer, | |
die vanouds zijn knechten zijt, | |
gij die uw verheven plicht | |
in de tempelhof verricht. |
2 | Prijst den Heer, want Hij is goed. |
Stemt uw snaren en vertolkt | |
dat zijn naam ons leven doet. | |
Hij koos Jakob tot zijn volk, | |
Israël tot kroonsieraad | |
van zijn goddelijke staat. |
3 | Boven al wat blinkt in eer, |
boven alle machten uit, | |
is de Heer een enig Heer. | |
Hij volvoert wat Hij besluit. | |
Hemel, aarde, zee en land, | |
zelfs de oervloed dwingt zijn hand. |
4 | Van de verre zoom der aard |
roept Hij nevels naar het licht. | |
Hij die regens heeft vergaard, | |
slingert ook zijn bliksemschicht. | |
Uit zijn schatgewelf laat Hij | |
het tumult der winden vrij. |
5 | In Egypte sloeg zijn macht |
alle eerstgeboornen neer, | |
mens en dier viel door zijn kracht. | |
Grote tekens van zijn eer | |
hebben vorst en volk ontsteld, | |
hebben stad en land gekweld. |
6 | Volkeren heeft Hij verjaagd |
aan de oevers der Jordaan; | |
vorsten heeft Hij weggevaagd. | |
Israël kon veilig gaan | |
naar het land waar Abraham | |
eenmaal als een vreemd'ling kwam. |
7 | Hij heeft Israël dat land |
als een erfdeel toegedacht. | |
Heer, uw naam houdt eeuwig stand. | |
Van U spreekt het verst geslacht. | |
Uw genaderijk bestel | |
schept het recht voor Israël. |
8 | Aller volken goden zijn |
goud en zilver, pracht en praal, | |
werk van 's mensen hand en brein, | |
zonder geest en zonder taal. | |
Zij zijn blind en zij zijn doof | |
voor aanbidding en geloof. |
9 | Wat men ook tot goden wijdt, |
't is maar schijn en onbezield. | |
Al wie afgodsbeelden snijdt | |
en voor eigen maaksel knielt, | |
gaat te gronde met het goud | |
waar hij blind'lings op vertrouwt. |
10 | Zegen, Israël, den Heer, |
priesters, looft zijn majesteit, | |
tempeldienaars, prijst zijn eer, | |
looft Hem, wie zijn naam belijdt. | |
Hij woont bij ons in gena. | |
Prijst den Heer. Halleluja! | |
Terug naar boven | |
Psalmen uit het Liedboek voor de Kerken (1973)