1 | O Heer, er is geen trots in mij, |
ik houd mijn hart van hoogmoed vrij, | |
ik zoek niet met een waanwijs oog | |
naar wat te groot is en te hoog. |
2 | Heb ik mijn ziel niet naar uw wil |
gevoegd in vrede, mild en stil, | |
zoals het pas gespeende kind | |
troost in zijn moeders armen vindt? |
3 | Gespeend en toch getroost, zo laat |
mijn ziel zich leiden door Gods raad. | |
Hoop, Israël, op God den Heer, | |
rust bij Hem nu en immermeer. | |
Terug naar boven | |
Psalmen uit het Liedboek voor de Kerken (1973)