Psalm 110


1   De Here God heeft tot mijn heer gesproken;
"Zit aan mijn rechterhand, Ik houd gericht.
Ik zal uw vijand slaan, tot hij gebroken
als voetbank aan uw voeten nederligt".

2   Hij reikt u zelf de scepter van de zege.
Van Sion uit bedwingt uw heerschapij
des vijands trots. Uw volk trekt allerwege
vrijwillig op, staat in de slag u bij.

3   Zie, uit de moederschoot van 't morgengrauwen
brengt u de bloem van heel het volk zijn groet
in heil'ge feestdos, ja 't zal om u dauwen
van levenslust en jeugdig' overmoed.

4   De Heer heeft onherroepelijk gezworen,
dat gij als Melchizedek zijt gewijd.
Voorgoed zal u het priesterschap behoren.
De Heer is met u, Hij beslecht het pleit.

5   Over de volken zal hij oordeel spreken.
Hij richt een slachting aan op 't wijde veld-
en op zijn tocht lest hij uit koele beken
zijn dorst, en heft het hoofd op als een held.
Terug naar boven

Psalmen uit het Liedboek voor de Kerken (1973)