1 |
Zegen, mijn ziel, de grote naam des Heren, |
|
laat al wat binnen in mij is Hem eren, |
|
vergeet niet hoe zijn liefde u heeft geleid, |
|
gedenk zijn goedheid, die u wil vergeven, |
|
die u geneest, die uit het graf uw leven |
|
verlost en kroont met goedertierenheid. |