Psalm 80


1   O God van Jozef, leid ons verder,
hoor ons en wees weer onze herder;
gij vuurkolom, straal gij ons toe.
Waak op, o Held, wij worden moe;
laat lichten ons uw aanschijn, Heer,
doe ons opstaan en help ons weer.

2   Wek op uw kracht en kom bevrijden
uw volk dat Gij zo zwaar kastijdde.
Die troont daar op de cherubim,
gedenk uw dienaar Efra‹m,
laat zijn gebed niet onverhoord!
Herder Israëls, leid ons voort!

3   God der heerscharen, Here Here!
Hoe lang zult Gij uw volk verteren?
Gij spijzigt ons met tranenbrood,
Gij drenkt ons hart met spot en nood;
laat lichten ons uw aanschijn, Heer,
doe ons opstaan en help ons weer.

4   Gij hebt een wijnstok uitgegraven,
die, dank zij uw genadegaven,
gegroeid stond in Egypteland,
en hem naar Kana„n verplant.
Daar kwam hij eerst tot volle groei,
berg na berg dekkend met zijn bloei.

5   Waarom hebt Gij gesloopt zijn wallen
en wordt zijn vrucht geroofd door allen?
Te gronde gaat uw heerlijk goed;
het wordt door evers omgewroet
en 't roofdier rukt de ranken neer.
O God, machtige God, keer weer!

6   Zie van uw hoge hemel neder,
dat onze aanblik U verteder,
geef op uw eigen planting acht,
de zoon die Gij hebt grootgebracht,
brand hem niet weg in uw gericht,
as tot as voor uw aangezicht.

7   Dan zullen wij niet van U wijken,
uw naam zal op ons voorhoofd prijken,
uw naam is ons als uw gelaat;
een sterrebeeld, een dageraad.
Laat lichten ons uw aanschijn, Heer,
doe ons opstaan en help ons weer.
Terug naar boven

Psalmen uit het Liedboek voor de Kerken (1973)