Psalm 76


1   God wordt geëerd in Israël,
zijn roem, zijn naam is hier in tel.
Zijn woonplaats heeft Hij toebereid
in deze stad, waar haat en strijd
om zijnentwil zijn afgezworen.
Hij doet zijn roep uit Sion horen.

2   Wapengeweld biedt Gij het hoofd,
Gij die de oorlogsbliksem dooft.
Gij die het zwaard breekt en het schild
en die de oorlog niet meer wilt,
maar die gehuld in zonnestralen
de hoge bergen af komt dalen.

3   Wie tot geweld was toegerust,
van uw vermogen onbewust,
Gij hebt hen in hun droom gestoord,
geslagen met uw dreigend woord.
Trotsen van hart doet Gij versagen,
Gij stort z' in zee met paard en wagen.

4   Gij, hoe vreeswekkend zijt Gij, Heer,
wij slaan onz' ogen voor U neer.
Wie houdt zich staande in uw gloed,
wanneer uw toorn zich gelden doet?
Uw oordeel klonk in storm en donder,
de aarde vreesd' en zweeg daaronder.

5   Als Gij, ten oordeel opgestaan,
het boos geweld hebt weggedaan,
wordt door uw sterke hand bevrijd
wie wachtte in zachtmoedigheid.
Gij hebt de tirannie verdreven
en doet uw volk in voorspoed leven.

6   Eens komt de tijd dat hoofd voor hoofd
elk die op aarde leeft U looft,
dat zelfs die thans U tegenstreeft
ter ere van uw grootheid beeft.
Gij zult de grimmigen betomen,
ja allen zullen tot U komen.

7   Gij dan die in de hofstoet gaat
van Hem, die koningen verslaat,
die heilig is en hooggeducht,
brengt Hem uw lof, aanvaardt zijn tucht.
Want allen die Hem tegenstreven
staat Hij, de Here, naar het leven.
Terug naar boven

Psalmen uit het Liedboek voor de Kerken (1973)