5 |
Gij godenbergen voor Gods oog, |
|
gij machten met uw hart zo hoog, |
|
die op dit Sion neerziet, |
|
hier koos de Heer zich vaste voet, |
|
hier stichtte Hij zijn huis voorgoed, |
|
buigt u dan neer in eerbied! |
|
Ontelbaar is de ruiterstoet |
|
waarmee de Heer zijn intocht doet |
|
aan 't hoofd van zijn vazallen, |
|
Hij voert de volkeren rondom |
|
schatplichtig naar zijn heiligdom, |
|
gij mensen, looft Hem allen! |