Psalm 52


1   Waarom toch het kwaad zo te prijzen,
ontzaggelijke held?
God immers heeft zijn gunstbewijzen
vast over ons gesteld.
Uw tong die als een scheermes snijdt
werkt enkel bitterheid.

2   Uw voorkeur gaat uit naar het kwade,
de leugen lacht u aan.
Uw woorden brengen schand' en schade.
Gij laat de laster gaan.
Maar God, die elke waan doorbreekt,
breekt u wanneer Hij spreekt.

3   Hij zal voor zijn macht u doen bukken,
teniet doen in het stof.
Hij zal u uit het leven rukken,
ontwort'len uit uw hof.
En 't volk dat veilig is bij God,
zal lachen om uw lot.

4   "Daar ligt hij die God zo verachtte,
die snoever van geweld,
die alles van zichzelf verwachtte.
Daar ligt hij neergeveld.
Daar ligt hij die zijn buidel had
tot schutse en tot schat".

5   Gods lof draag ik door de seizoenen;
zijn daden houden stand.
Ik zal als een olijfboom groenen,
beschaduwd door zijn hand.
Wij wachten, aan U toegewijd,
uw goed' aanwezigheid.
Terug naar boven

Psalmen uit het Liedboek voor de Kerken (1973)