10 |
Wijs spreekt de man die leeft naar Gods geboden, |
|
wiens mond Gods wetten handhaaft, onverkort. |
|
God richt zijn hart, meer heeft hij niet van node. |
|
God steunt zijn voet, dat hij niet nederstort. |
|
Al zoekt de goddeloze hem te doden, |
|
God laat niet toe dat Hij geoordeeld wordt. |