Psalm 21


1   O Heer, de koning is verheugd!
Hij wil uw almacht prijzen,
U juichend dank bewijzen.
Gij schonk hem dapperheid en deugd.
Gij hebt op zijn gebed
hem door uw hulp gered.

2   Gij zijt hem tegemoet gegaan
met rijke zegeningen.
Gij hebt in alle dingen
zijn diepste hartewens verstaan.
Gij hebt u mild betoond:
Gij hebt uw knecht gekroond.

3   Al wat de koning had begeerd
van U, o God, was leven;
en Gij hebt hem gegeven
een leven dat de tijd trotseert,
een leven voor altijd
in onvergank'lijkheid.

4   Groot wordt zijn roem, zo Gij hem helpt.
Hij zal naar alle zijden
het heilzaam licht verspreiden
waarmede Gij hem overstelpt.
Vertrouwend op zijn Heer
wankelt hij nimmermeer.

5   Moge uw hand de vijand slaan
en roken doen zijn landen.
Moge Gods toorn ontbranden
en 't boos geslacht doen ondergaan.
Dan zal de aarde rein,
bevrijd de mensheid zijn.

6   Spant ook d' onzaalge nog een strik
om U ten val te brengen,
hij zal het niet volbrengen,
ja hij zal vluchten voor uw blik
die Gij op zijn gezicht
als pijlen houdt gericht.

7   Verhef U in uw kracht, o Heer,
toon uw geducht vermogen
aan sterfelijke ogen.
Wij willen zingen tot uw eer,
willen uw wondermacht
lofzingen dag en nacht.
Terug naar boven

Psalmen uit het Liedboek voor de Kerken (1973)