Psalm 20
1
Moge de Heer u antwoord geven
als u het kwaad benauwt.
U wacht een onaantastbaar leven,
zo gij zijn naam vertrouwt.
God geeft zijn vaandel hoog verheven
om ons zijn heil te tonen;
daarin heeft Hij zijn wil geschreven:
Mijn volk zal veilig wonen.
2
Moge de heer u hulp toezenden,
steun uit zijn heilig oord.
Hij zal zich tot uw offers wenden,
Hij, die uw roepen hoort.
Israëls Heer zal voor ellende
en onheil u behoeden.
Hij, die uw hartewensen kende,
zij krachtig u ten goede.
3
Gij weet, wij willen u toejuichen
wanneer gij triomfeert.
Wij willen in Gods naam getuigen:
Hij gunt wat gij begeert.
Wij willen dat de stemmen zwijgen
die thans u tegenspreken,
wij willen, als de vlaggen nijgen,
Gods vaandels hoog opsteken.
4
Nu weet ik, God doet triomferen
zijn uitverkoren knecht,
ik weet, dat Hij - de heer der heren -
ons handhaaft in zijn recht.
Hij antwoordt uit zijn hoge sferen
met hulp en heil daadkrachtig,
om dood en onheil af te weren
is Hij zijn volk indachtig.
5
Hoe men zich ook verheft en hoe men
praalt met zijn wapening,
wij willen om zijn kracht niet roemen
enig geschapen ding,
maar 's Heren naam als houvast noemen,
die ons zal staande houden
en die tot ondergang zal doemen
al wie op macht betrouwde.
6
Heer, laten Israëls banieren
bevrijd en zegenrijk
het land van uw belofte sieren
ten teken van uw Rijk.
O, laat de koning zegevieren
voor aller mensen ogen;
dat God de Here goedertieren
ons antwoord geven moge.
Terug naar boven
Psalmen uit het Liedboek voor de Kerken (1973)