1 | Hoe lang, Heer, gaat Gij mij voorbij? |
Hoe lang verbergt Gij U voor mij? | |
Hoe lang maak ik vergeefse plannen, | |
van dag tot dag in druk gebannen, | |
gedrukt door 's vijands hovaardij? |
2 | Aanschouw toch, antwoord mij, o Heer, |
geef aan mijn oog uw daglicht weer, | |
dat ik in doodsslaap niet verzinke, | |
en niet des vijands juichkreet klinke" | |
"Ik overwon, ik sloeg hem neer!" |
3 | Gij toch, Gij zijt mijn zekerheid. |
Gij helpt en redt mij op uw tijd. | |
Mijn hart juicht om uw zegeningen. | |
Den Heer zal ik mijn loflied zingen, | |
want Hij heeft mij zijn gunst bereid. | |
Terug naar boven | |
Psalmen uit het Liedboek voor de Kerken (1973)