Psalm 121 1 Ik sla mijn ogen op en zie de hoge bergen aan, waar komt mijn hulp vandaan? Mijn hulp is van mijn Here, die dit alles heeft geschapen. Mijn herder zal niet slapen. 2 Uw wank'le voeten zet Hij vast, als gij geen uitkomst ziet: uw wachter sluimert niet! Zijn oog wordt door geen slaap verrast, Hij wil, als steeds voor dezen, Israël wachter wezen. 3 De Heer brengt al uw heil tot stand, des daags en in de nacht houdt Hij voor u de wacht. uw schaduw aan uw rechterhand; de zon zal U niet schaden, de maan doet niets ten kwade. 4 De Heer zal u steeds gadeslaan, Hij maakt het kwade goed, Hij is het die u hoedt. Hij zal uw komen en uw gaan, wat u mag wedervaren, in eeuwigheid bewaren. Psalmen uit het Liedboek voor de Kerken (1973)