WAT DE TOEKOMST BRENGEN MOGE (377)BES Wat de toekomst brengen moge, mij geleidt des Heren hand; moedig sla ik dus de ogen naar het onbekende land. Leer mij volgen zonder vragen; Vader, wat Gij doet is goed! Leer mij slechts het heden dragen met een rustig, kalme moed! Heer, ik wil uw liefde loven, al begrijpt mijn ziel U niet. Zalig hij, die durft geloven, ook wanneer het oog niet ziet. Schijnen mij uw wegen duister, zie, ik vraag U niet: waarom? Eenmaal zie ik al uw luister als ik in de hemel kom! Laat mij niet mijn lot beslissen: zo ik mocht, ik durfde niet. Ach, hoe zou ik mij vergissen, als Gij mij de keuze liet! Wil mij als een kind behand'len, dat alleen de weg niet vindt: neem mijn hand in uwe handen en geleid mij als een kind. Waar de weg mij brenge moge, aan des Vaders trouwe hand, loop ik met gesloten ogen naar het onbekende land. (c) Joh. de Heer & Zn Tekst: J. v.d. Waals (1863-1922) Muziek: J. Zundel (1870)