PRIJST DE HEER MET BLIJDE GALMEN (221)C Prijst de Heer met blijde galmen, gij, mijn ziel, hebt rijke stof. 'k Zal zo lang ik leef, mijn psalmen vrolijk wijden aan zijn lof. 'k Zal zolang ik 't licht geniet, Hem verhogen in mijn lied! (2x) Zalig hij, die in dit leven Jacobs God ter hulpe heeft; hij, die door de nood gedreven, zich tot Hem om troost begeeft, die zijn hoop in 't hach'lijkst lot vestigt op de Heer zijn God. (2x) 't Is de Heer, wiens alvermogen, 't groot heelal heeft voortgebracht. Die, genadig, uit de hoge, ziet, wie op zijn bijstand wacht, en aan elk, die Hem verbeidt, trouwe houdt in eeuwigheid. (2x) 't Is de Heer, wiens mededogen, blinden schenkt het lief'lijk licht. Wie in 't stof lag neergebogen, wordt door Hem weer opgericht. God, die lust in waarheid heeft, mint Hem, die rechtvaardig leeft. (2x) 't Is de Heer van alle heren, Sions God, geducht in macht, Die voor eeuwig zal regeren, van geslachte tot geslacht. Sion, zingt uw God ter eer, prijst zijn grootheid, looft de Heer! (2x) (c) Joh. de Heer & Zn