Gezang 446 1 O Jezus, hoe vertrouwd en goed klinkt mij uw naam in 't oor, uw naam die mij geloven doet: Gij gaat mij reddend voor; 2 uw naam die onze wonden heelt en ons met manna spijst, die onze dood en zonde deelt en onze vrees verdrijft. 3 Mijn herder en mijn held, mijn vriend, mijn koning en profeet, mijn priester die mijn schuld ontbindt, mijn weg waarop ik treed; 4 al wat ik doe, al wat ik wil, het is te zwak, te koud, maar sterk en vurig wordt de ziel wanneer zij U aanschouwt. 5 Zolang Gij nog onzichtbaar zijt, een zon diep in de nacht, roep ik uw nadering reeds uit omdat ik U verwacht. 6 O Jezus, hoe vertrouwd en goed klinkt mij uw naam in 't oor, als ik van alles scheiden moet gaat nog die naam mij voor. 7 O naam, eeuwige ademtocht, een sterveling ben ik, als eens mijn eigen adem stokt dan draagt mij uw muziek. Liedboek voor de Kerken 1973