Gezang 97


1   Naam van Jezus die ten dode
op het hout geschreven zijt,
vreemde koning van de Joden
die ten spot verheven zijt,
vorstelijk hebt Gij gestreden
om de vrede
tot in alle eeuwigheid.

2   Zoon van God en zoon van David,
priester zonder waardigheid
die ten dienste van de slaven
als een slaaf op aarde zijt,
aan de mens gelijk geworden
ja gestorven
voor ons aller zaligheid.

3   alle leven moet zich buigen,
voor U buigen mettertijd,
al wat stem heeft zal getuigen
dat Gij Algebieder zijt,
God heeft U een naam gegeven
hoog verheven
boven alle namen uit.

Liedboek voor de Kerken 1973