1 | De hemel is opengesprongen, |
de Naam werd vlees en bloed, | |
de engelen hebben gezongen | |
de wereld tegemoet. |
2 | Maar vlees en bloed zijn gebroken, |
vergoten en vergaan. | |
Toen ging de aarde open, | |
de Naam is opgestaan. |
3 | En die het hoorden en zagen |
die hebben het voortgezet | |
ondanks de listen en lagen | |
van de wereldse wet. |
4 | En sommigen zijn gestenigd |
omdat de Geest hen dreef, | |
zij zijn met de Naam verenigd | |
die sterft en eeuwig leeft. |
5 | Want wie de krans heeft gewonnen, |
voor hem is het wachten gedaan | |
en het jaar des Heren begonnen. | |
Hij ziet de Koning aan. | |
Liedboek voor de Kerken 1973