1 | Die in benauwdheid zuchten |
omdat hun uur gekomen is, | |
zijn bij de eerste kreten | |
hun pijn vergeten | |
uit vreugde | |
dat er een mensenkind geboren is. |
2 | Die nu verlies moet lijden |
heb Ik mijn wederzien beloofd. | |
En gij zult te dien dage | |
mij niets meer vragen | |
in blijde | |
vervulling die geen sterveling u rooft. |
3 | Bidt en gij zult ontvangen! |
Mijn troost zal met u medegaan. | |
De Vader houdt zijn oren | |
geopend voor uw | |
verlangen, | |
wanneer gij Hem zult bidden in mijn naam. | |
Liedboek voor de Kerken 1973