Gezang 71


1   Jezus, wand'lend langs de wegen,
kwam eens tien melaatsen tegen,
die van verre bleven staan,
roepend: Meester, zie ons aan.
En Hij zeide: wordt gereinigd,
wordt genezen, weest geheiligd.
Gaat en laat uzelve zien
aan de priester, alle tien.

2   Tien melaatsen gingen henen
en genazen, maar slechts ene,
slechts een vreemde, dankte Hem,
kerende, met luider stem.
En Hij vroeg: waar zijn de negen?
Waarom hebben zij gezwegen
en vindt slechts een vreemdeling
woorden van verheerlijking?

3   Heer, als wij, melaats van harte,
tot U roepen uit de verte
en Gij zegt: gaat heen, wordt rein,
laat ons als die ene zijn.
Laat de dank in onze monden
woorden vinden voor het wonder.
Laat ons lovend tot U gaan
om wat Gij ons hebt gedaan.

Liedboek voor de Kerken 1973