1 | Johannes, wat moeten wij doen? |
Wij zoeken de weg des Heren | |
en wilden wel naar Hem toe, | |
maar weten niet waar en hoe. |
2 | Wie twee stel klederen heeft, |
die klede de onbeklede, | |
wie dubbel te eten heeft, | |
die geve wie honger heeft. |
3 | Johannes wat moeten wij doen? |
Wij tollenaars en soldaten, | |
wij wilden wel naar Hem toe, | |
maar weten niet waar en hoe. |
4 | Tollenaars, hebt genoeg |
aan wat u is voorgeschreven, | |
soldaten, het zij u genoeg | |
te vorderen wat u voegt. |
5 | Johannes, wat moeten wij doen? |
Zijt gij het op wie wij wachten? | |
Wij wilden wel naar Hem toe, | |
maar weten niet waar en hoe. |
6 | Ik die u met water doop, |
bereid de weg des Heren, | |
maar die met zijn Geest u doopt, | |
Hij is het op wie gij hoopt. | |
Liedboek voor de Kerken 1973