Gezang 62


1   Wie oren om te horen heeft,
hore naar de wet die God hem geeft:
gij zult geen vreemde goden,
maar Mij alleen belijden voortaan.
Hoor, Israël, mijn geboden.

2   Bemint uw Heer te allen tijd,
dient Hem met alles wat gij zijt,
aanbidt Hem in uw daden.
Dit is het eerste en grote gebod,
de wil van God, uw Vader.

3   Biedt uw naaste de helpende hand,
spijzigt de armen in uw land,
een woning wilt hen geven.
Het tweede gebod is het eerste gelijk;
doet dit, en gij zult leven.

4   De macht der liefde is zo groot,
geen water blust haar vuren uit,
wanneer zij is ontstoken.
Nu wilt ontbranden aan liefdeswoord,
God heeft het tot ons gesproken.

Liedboek voor de Kerken 1973