2 |
De Heer is een krijgsman, Hij trekt voor ons uit |
|
en machtig verluidt |
|
de roemrijke klank van zijn naam over ons: |
|
de Here, de God des verbonds! |
|
Hij heeft ons bevrijd, uit het diensthuis vandaan, |
|
Hij heeft ons geleid op een veilige baan. |
|
De wateren weken en stonden gedwee, |
|
de vijand verzonk als een steen in de zee |
|
met vliegende vaandels en blinkende zwaarden, |
|
met wagens en paarden. |