2 |
Toen Jezus zei: sta op, mijn kind, |
|
stond zij weer op haar voeten, |
|
omdat opnieuw het leven vindt, |
|
wie Jezus mag ontmoeten. |
|
Wie Jezus hand heeft opgericht, |
|
mag lopen in het licht. |
|
Slapen is niet tot de dood, |
|
slapen is wachten op U, |
|
want als uw stem tot ons spreekt, |
|
zien wij en kennen wij U. |