1 | Zolang er mensen zijn op aarde, |
zolang de aarde vruchten geeft, | |
zolang zijt Gij ons aller Vader, | |
wij danken U voor al wat leeft. |
2 | Zolang de mensen woorden spreken, |
zolang wij voor elkaar bestaan, | |
zolang zult Gij ons niet ontbreken, | |
wij danken U in Jezus' naam. |
3 | Gij voedt de vogels in de bomen, |
Gij kleedt de bloemen op het veld, | |
o Heer, Gij zijt mijn onderkomen | |
en al mijn dagen zijn geteld. |
4 | Gij zijt ons licht, ons eeuwig leven, |
Gij redt de wereld van de dood. | |
Gij hebt uw Zoon aan ons gegeven, | |
zijn lichaam is het levend brood. |
5 | Daarom moet alles U aanbidden, |
uw liefde heeft het voortgebracht, | |
Vader, Gijzelf zijt in ons midden, | |
o Heer, wij zijn van uw geslacht. | |
Liedboek voor de Kerken 1973