2 |
Lam van God, in eeuwigheid te prijzen, |
|
die voor 's werelds zonden boet, |
|
uw gekruisigd vlees is waarlijk spijze, |
|
waarlijk drank uw heilig bloed. |
|
Uit een duister, vrees'lijk boven mate |
|
riept Gij tot Hem die U had verlaten, |
|
maar uw stem breekt door de nacht: |
|
Vader, wereld, 't is volbracht. |