Gezang 474


1   God roept ons, broeders, tot de daad;
zijn werk wacht, treedt dan aan
en weest gereed om elke weg,
die Hij u wijst, te gaan.
Wij weten dat, wat komen mag,
toch hij slechts wint die waagt,
en wie zich zelve geven wil
door 't donker vlammen draagt.

2   God roept, en in Hem is de kracht,
die onze zwakheid staalt.
Dit is de vreugd, dat Hij het doel
en onze vaart bepaalt.
Dat Hij ons over grenzen heen
laat zien het groot gezicht
van aller mensen broederschap
in 't ene, godlijk licht.

3   God roept, en wat de mensen scheidt
dat zij geen scheiding meer;
zijn liefde houde ons allen saam
en samen met de Heer.
Want wat er in de wereld woed',
toch is het God die wint
en in een elk die Hem behoort
het nieuwe rijk begint.

Liedboek voor de Kerken 1973