Gezang 470


1   Wat vlied' of bezwijk', getrouw is mij God,
Hij blijft aan mijn zij in 't wisselend lot;
moog 't hart soms ook beven in 't heetst van de strijd,
zijn liefd' en ontferming vertroosten altijd.

2   Verleid door het kwaad dat steeds mij belaagt,
gevallen in schuld, door wroeging geplaagd,
vertrouw ik slechts Hem, die mij leidt door zijn Geest,
mijn zonden vergeeft en mijn smarten geneest.

3   Als God mij vertroost, is 't kruis niet te zwaar,
dan ken ik geen vrees in 't bangste gevaar,
dan win ik al strijdend vertrouwen en kracht
en zing ik mijn psalmen in duistere nacht.

4   Ik roem in mijn God, ik juich in zijn trouw,
de rots mijner ziel, waar 'k eeuwig op bouw.
Ik zal Hem nog prijzen in 't uur van mijn dood,
dan rijst nog mijn loflied: zijn goedheid is groot!

Liedboek voor de Kerken 1973