Gezang 467


1   O eeuw'ge Vader, sterk in macht,
wiens arm betoomt der baren kracht,
die wijst de grond'looz' oceaan
de hem gestelde perken aan,
o wil verhoren onze bee
voor hen die zijn in nood op zee!

2   O Christus, wiens bestraffend woord
door wind en water werd gehoord,
die onder 't stormen rustig sliep
en wandeld' over 't schuimend diep,
o wil verhoren onze bee
voor hen, die zijn in nood op zee!

3   O Geest, die op de grote vloed
gelijk een vogel hebt gebroed,
breng Gij 't geweld der zee tot staan
en laat de mens met vrede gaan.
O wil verhoren onze bee
voor hen, die zijn in nood op zee!

4   O God, die ons behoeden wilt,
bescherm de broeders, wees hun schild
in storm en strijd, ga met ze mee
en red ze van 't geweld der zee,
dat land en water wijd en zijd
lofzingen uw barmhartigheid.

Liedboek voor de Kerken 1973