3 |
Maar Christus gaf mij taal en teken |
|
en ik ben zeker van zijn stem. |
|
De nacht is voor het licht geweken, |
|
het grond'loos lot krijgt zin door Hem. |
|
Nu word ik mens, herkrijg mijn vrijheid |
|
bij water, woord en brood en wijn, |
|
omdat ik weet van zijn nabijheid |
|
waar twee of drie vergaderd zijn. |