Gezang 450


1   Mijn ziel waartoe dit angstig vrezen
geen wanhoop komt u ooit te sta.
Gij zult hier steeds een zondaar wezen
en moet hier leven van gena.
O zalig hij, die uit zijn noden
tot Jezus en zijn heil gevloden,
van Hem alleen de hulp verbeidt!
Op 't woord des Vaders te vertrouwen,
en door 't geloof de Zoon te aanschouwen,
dat is de weg tot heiligheid.

2   O Gij die onze schuld woudt boeten
door uwe nameloze pijn,
o Heiland, leer mij aan uw voeten
in eigen oog een zondaar zijn.
Bij al mijn deugd, bij al mijn zonden
vind ik geen troost, dan in uw wonden,
geen hoop, dan als ik U aanschouw.
Op uw genade zal ik leven,
aan uw gena mij overgeven,
Gij blijft de rots waarop ik bouw.

Liedboek voor de Kerken 1973