Gezang 447


1   God gaat zijn ongekende gang
vol donk're majesteit,
die in de zee zijn voetstap plant
en op de wolken rijdt.

2   Uit grondeloze diepten put
Hij licht, en vreugde uit pijn.
Hij voert volmaakt zijn plannen uit,
zijn wil is souverein.

3   Geliefden Gods, schept nieuwe moed,
de wolken die gij vreest,
zijn zwaar van regen overvloed
van zegen die geneest.

4   Zoudt gij verstaan, waar Hij u leidt?
Vertrouw Hem waar Hij gaat.
Zijn duistere voorzienigheid
verhult zijn mild gelaat.

5   Wat Hij bedoelt dat rijpt tot zin,
wordt klaar van uur tot uur.
De knop is bitter, is begin,
de bloem wordt licht en puur.

6   Hoe blind vanuit zichzelve is
het menselijk gezicht.
Godzelf vertaalt de duisternis
in eind'lijk eeuwig licht.

Liedboek voor de Kerken 1973