1 | Jezus neemt de zondaars aan |
roept dit troostwoord toe aan allen, | |
die verdwaald van Hem vandaan | |
in het donker struik'len, vallen. | |
Hij leert hun zijn wegen gaan, | |
Jezus neemt de zondaars aan. |
2 | Hoop op Hem, heft op uw hoofd, |
want Hij houdt, dat staat geschreven | |
wat Hij aan ons heeft beloofd. | |
Hij zal ons het leven geven, | |
't paradijs doen binnengaan, | |
Jezus neemt de zondaars aan. |
3 | Als een schaapje is verdwaald, |
zal de goede herder komen, | |
die het vindt en die het haalt. | |
Zo heeft Hij ons aangenomen, | |
laat ons niet verloren gaan. | |
Jezus neemt de zondaars aan. |
4 | Komt gij allen, komt tot Hem. |
Weest niet meer bedroefd, verslagen. | |
Jezus roept u, hoort zijn stem, | |
kindren van zijn welbehagen, | |
allen moogt gij tot Hem gaan, | |
Jezus neemt de zondaars aan. |
5 | Dit vertroost mij, geeft mij moed, |
zijn mijn zonden als scharlaken, | |
Hij zal door zijn kostbaar bloed | |
wit als sneeuw mijn leven maken. | |
Hij zal mij terzijde staan, | |
Jezus neemt de zondaars aan. |
6 | Hoe 't geweten spreekt in mij, |
hoe de wet mij aan wil klagen, | |
Die mij oordeelt, spreekt mij vrij, | |
Hij heeft zelf mijn schuld gedragen, | |
en mijn zonden weggedaan, | |
Jezus neemt de zondaar aan. |
7 | Jezus neemt de zondaars aan, |
mij ook heeft Hij aangenomen, | |
doet de hemel opengaan. | |
Tot mijn Heiland mag ik komen, | |
die mij troost en bij zal staan. | |
Jezus neemt de zondaars aan. | |
Liedboek voor de Kerken 1973