Gezang 43


1   Die dag zal komen, brandend als een oven,
een bosbrand die niet meer te stuiten is;
een vuurgloed aangestoken uit den hoge
verteert de wortels van de duisternis.

2   Voor allen die hun harten hoog verhieven
als sterren aan de hemel van de tijd,
die leefden zonder hoop en zonder liefde,
is dit het einde, want hun rijk is uit.

3   Maar allen die de naam des Heren vrezen
gaat dan de zon der wereld stralend op.
Hij breidt zijn vleugels uit en komt genezen
al wie verkommerd zijn in 's werelds loop.

4   Laat dan de lof van God in 't ronde schallen,
zij zullen zijn als dieren in de wei,
als kalveren die springen uit de stallen,
de winter ging voorbij en zij zijn vrij.

5   Dit is de dag, de grote dag des Heren
als alle onrecht brandende vergaat,
het daglicht zal in duisternis verkeren
maar uit de nacht verrijst de dageraad.

6   Allen die de gerechtigheid verachtten
worden als as, vertreden door de voet,
dit is de dag, waarvoor wij overnachten,
de dag die Hij, de Heer, verrijzen doet.

Liedboek voor de Kerken 1973