Gezang 429


1   Wie maar de goede God laat zorgen
en op Hem hoopt in 't bangst gevaar,
is bij Hem veilig en geborgen,
die redt Hij godlijk, wonderbaar:
wie op de hoge God vertrouwt,
heeft zeker op geen zand gebouwd.

2   Blijf dan eerbiedig God verbeiden
en zwijg de Heer ootmoedig stil;
Hij zal ons naar zijn raad geleiden,
't is goed en heilig wat Hij wil.
God die ons uitverkoren heeft,
kent alle zorg die in ons leeft.

3   Treed vrolijk voort op 's Heren wegen,
neemt zijn gebod getrouw in acht.
't Wordt eind'lijk alles u ten zegen,
wanneer gij daarop biddend wacht.
En wie gelovig op Hem ziet,
weet zeker, Hij verlaat ons niet.

Liedboek voor de Kerken 1973