2 |
Als een vogel, die zijn tere |
|
jongen met de vleugels dekt, |
|
zo houdt over mij de Here |
|
zijn beschuttende arm gestrekt. |
|
Alles wendt Hij mij ten goede, |
|
Hij is bij mij nacht en dag, |
|
ja, van voor ik 't licht nog zag, |
|
ben ik veilig in zijn hoede. |
|
Alle dingen hebben tijd, |
|
maar Gods liefde eeuwigheid. |