Gezang 416


1   Gelukkig is het land,
dat God de Heer beschermt.
Als daar met moord en brand
de vijand rondom zwermt,
en dat men meent: hij zal
't schier overwinnen al,
dat dan, dat dan, dat dan
hij zelf komt tot den val.

2   Gedankt moet zijn de Heer,
de God, die eeuwig leeft,
dat Hij ons 't zijner eer
dees overwinning geeft.
Wat wonder heeft de kracht
des Heren al gewracht!
O Heer, o Heer, o Heer,
hoe groot is uwe macht!

Liedboek voor de Kerken 1973