Gezang 407


1   Christus mijn Heer, op U alleen
stel ik al mijn vertrouwen.
Buiten U immers is er geen
grond waar ik op kan bouwen.
Wat is de wereld ongewis:
van al wat werd geschapen is
niemand en niets met mij begaan.
Ik roep U aan,
enige, die mij bij kan staan.

2   Om al mijn schuld, mijn zonden groot
ben ik bezwaard van harte.
Draag Gij die last mee in de dood,
o Christus, Man van smarte.
Sta bij uw Vader voor mij in,
bid voor mij om een nieuw begin,
opdat, van alle last bevrijd,
ik mij verblijd
in 't leven van de eeuwigheid.

3   O Gij die nooit een mens bedroog,
Christus, sterk mijn vertrouwen!
Geef, dat ik hier met eigen oog
uw goedheid mag aanschouwen
en U bemin en hen die Gij,
o Heer, als naasten gaf aan mij.
Dreigt dan de boze op het laatst,
o kom met haast
en red mij, wees mij 't aller naast.

4   Ere zij God in 's hemels troon,
de Vader van al 't goede.
Ere zij Christus, God de Zoon,
die ons heeft in zijn hoede.
Ere zij God de Heil'ge Geest,
die ons doet wand'len onbevreesd
en maakt aan Christus toegewijd
hier in de tijd
en eenmaal in de eeuwigheid.

Liedboek voor de Kerken 1973