Gezang 401


1   Een vaste burcht is onze God,
een wal die 't kwaad zal keren;
zijn sterke arm houdt buiten schot
wie zich niet kan verweren.
De vorst van het kwaad,
de aartsvijand staat
geharnast in 't veld;
in list en in geweld
kan geen hem evenaren.

2   Al onze macht is ijdelheid:
wij gaan terstond verloren,
wanneer de held niet voor ons strijdt,
die God heeft uitverkoren.
Zo gij 't nog niet wist;
Jezus Christus is 't,
de Heer van 't heelal,
die overwinnen zal,
God zelf staat ons terzijde.

3   Al wordt de wereld ook een hel
en 't leven niets dan lijden,
wij vrezen niet, Immanuël
zal stellig ons bevrijden.
Hoe satan ook woedt
en wat hij ook doet,
't is macht'loos geweld,
zijn vonnis is geveld.
Een woord, en hij moet vallen.

4   Gods heilig woord alleen houdt stand,
Gods waarheid zal ons staven.
Hij leidt ons en met milde hand
schenkt Hij zijn geestesgaven.
Al rooft de tyran
ons wat hij maar kan,
ons goed en ons bloed,
laat hem zijn overmoed!
Gods rijk blijft ons behouden.

Liedboek voor de Kerken 1973