1 | Almachtige, verheven Heer, halleluja, |
aan U behoort de lof en eer, halleluja. | |
Wie kan U loven als Gij zijt, halleluja, | |
wij zegenen uw heerlijkheid, halleluja. | |
Halleluja, halleluja, halleluja. |
4 | Lof zij U Heer om zuster maan, halleluja, |
om al de sterren die er staan, halleluja. | |
Zij tintelen in klare pracht, halleluja, | |
als edelstenen in de nacht, halleluja. | |
Halleluja, halleluja, halleluja. |
Liedboek voor de Kerken 1973