Gezang 356


1   O leid mijn blindheid bij de hand,
leid mij naar het vertrouwde feest.
Ik ben een vreemde in dit land,
Gij leidt mij door uw woord en Geest.
Gij geeft aan mij, o liefde groot
Uzelf in dit gebroken brood.

2   Wij die hier zitten bij elkaar
in een aanbidding, licht en stil,
maak ons uw zoetheid openbaar,
ons een van hart en een van wil,
als ranken naar omhoog geleid,
o wijnstok van de eeuwigheid.

3   Verzadigd met een brood zijn wij,
een lichaam en Gij zijt het hoofd.
Een lied van lof en eer maakt Gij
het leven dat in U gelooft.
O liefde die ontbloeit uit pijn
wij zijn van U in brood en wijn.

Liedboek voor de Kerken 1973