Gezang 353


1   Het hoogste woord daalt uit het licht
en blijft toch voor Gods aangezicht.
Het geeft zich over aan de nacht,
zo wordt zijn grote werk volbracht.

2   Een van zijn jongeren verraadt
Hem aan de vijand die Hem haat.
Maar aan het maal des levens geeft
Hij zich aan hen als brood dat leeft.

3   In twee gedaanten, vlees en bloed,
is Hij hun aller overvloed,
brood wordt gebroken, wijn gestort,
zodat de mens verzadigd wordt.

4   Hij komt tot ons als lotgenoot,
Hij deelt zich aan ons uit als brood,
als losgeld geeft Hij zich aan 't kruis
en als ons loon in 't vaderhuis.

5   O zalig Lam dat voor ons boet,
de deur des hemels opendoet,
de vijand staat hier om ons heen,
Gij kunt ons helpen, Gij alleen.

6   De enige, drie-eenge Heer,
zij eeuwig alle lof en eer,
die in het vaderland ons geeft
het leven dat geen einde heeft.

Liedboek voor de Kerken 1973