1 | O Vader, trek het lot U aan |
van allen die door U bestaan. | |
Gij die geen stenen geeft voor brood, | |
wees met uw kinderen in nood; | |
en stil, God die rechtvaardig zijt, | |
de honger naar gerechtigheid. |
2 | O Vader, trek het leed U aan |
van allen die met ons bestaan. | |
Gij hebt gezegd: geef gij hun brood, | |
doe ons hun broeders zijn in nood, | |
opdat zij weten, wie Gij zijt: | |
de God van hun gerechtigheid. | |
Liedboek voor de Kerken 1973