Gezang 326


1   Een rijke schat van wijsheid
schonk God ons in zijn woord.
Hebt moed, gij die op reis zijt,
want daarmee kunt gij voort.
Gods woord is ons een licht,
en elk die in vertrouwen
daarnaar zijn leven richt,
die zal erin aanschouwen
des Heren aangezicht.

2   God opent hart en oren,
opdat wij in geloof
zijn roepstem zouden horen,
voor and're stemmen doof.
Gods woord gordt mensen aan,
om zonder te versagen
het smalle pad te gaan
en stil het kruis te dragen
achter hun Heiland aan.

3   De geesten onderscheiden,
gaf God ons als gebod;
wie 't woord der waarheid mijden,
weerstaan het rijk van God.
Hoe bouwen zij op zand!
Straks zal hun huis bezwijken,
't houdt in de storm geen stand.
Dan zal aan ieder blijken
der dwazen onverstand.

4   Maar wie op 't woord vertrouwen
dat uitging uit Gods mond,
die kunnen veilig bouwen,
hun huis heeft vaste grond.
Des Heren woord maakt vrij
van dienst aan vreemde machten;
in 't woord herkennen wij
zijn plannen en gedachten.
Het rijk is ons nabij!

5   O Gij die wilt ontmoeten
wie vragen naar uw wil,
zie hoe wij aan uw voeten
zitten en luist'ren stil.
Geef dat tot U, o Heer,
't woord van uw welbehagen
niet ledig wederkeer',
maar dat het vrucht mag dragen,
uw grote naam ter eer.

Liedboek voor de Kerken 1973