Gezang 32


1   Hoe lieflijk, hoe schoon zijn de schreden
op bergen, hoog in 't licht
van wie zich met een woord van vrede
en heil tot Sion richt.
Van ver weergalmt der boden lied:
de Heer regeert, vrees niet.

2   O hoor, zelfs de wachters gaan zingen
met opgewekte stem.
Hun eigen ogen zien de dingen
die aan Jeruzalem
geschieden in des Heren naam.
Hij brengt uw volk weer saam.

3   Verheugt u, Jeruzalems puinen
en laat triomfgeschal
weerklinken over straat en pleinen.
Zingt luide overal:
de Here heeft zijn volk getroost,
zijn heilige stad verlost.

4   Nu zien alle volken der aarde
hoe God zijn macht ontvouwt.
Wie u vervolgden gaan ontwaren
hoe hoog de Heer u houdt.
O Sion, heel de wereld weet
dat God u niet vergeet.

5   Hoe lieflijk, hoe schoon gaan de schreden
van Gods gezanten voort.
In alle landen, alle steden
weerklinkt des Heren woord.
En waar de Heer verzoening bracht
wordt Sions heil herdacht.

Liedboek voor de Kerken 1973