Gezang 309


1   O Heer, wees met uw kerk
en laat ons niet vergaan,
maar zend uw kracht
diep in de nacht,
dan breekt de morgen aan.

2   Wij wachten U, o Zon,
het duister duurt zo lang,
het water stijgt
en Gij, Gij zwijgt,
het wordt ons al te bang.

3   Uw schepping vraagt naar U.
Volhardt Gij in uw rust?
De macht van 't kwaad
gaat rond en gaat
zijn gang naar hartelust.

4   Het was de zesde dag
dat Gij de mensen riep
en schiep voorgoed
in vlees en bloed
en in uw beeld verdiept.

5   De vrijdag is voorbij,
de sabbath is vervuld.
O dageraad
toon uw gelaat,
een ochtend zonder schuld!

6   O Heer, wees met uw kerk
en laat ons niet vergaan
maar zend uw kracht
diep in de nacht,
uw kracht om op te staan.

Liedboek voor de Kerken 1973