Gezang 302


1   God zij geloofd om Kana„n
dat land vol druiven en vol graan,
dat overvloeit van melk en honing,
het geeft zijn oogst te rechter tijd,
dat land is enkel vruchtbaarheid:
gezegend land om in te wonen!

2   Hier druipt de regen van Gods woord,
in alle beken stroomt het voort,
het drenkt de luisterende velden:
die zijn gehoorzaam aan zijn lied
en al doorgronden zij het niet,
zij zullen het de mensen melden.

3   Al het gezaaide spreekt Gods woord
het plant zich duizendvoudig voort,
wie is zo doof dat hij niet luistert?
Wie is zo traag dat hij niet weet
hoe God een Heiland komen deed,
een zaad waarvan het weiland fluistert?

4   En op de wei daar staat het lam
dat werd gezocht door Abraham
om God de Schepper te aanbidden:
een lam, een zaad, een weerloos woord,
dat wordt in Kana„n gehoord,
daar is God vruchtbaar in ons midden.

5   Zo zingen wij op hoge toon
van Kana„n en van uw Zoon:
uw woord is melk, uw liefde honing.
Over de aarde waait de wind:
uw adem maakt ons welgezind
om zingend in dit land te wonen.
KERK:

Liedboek voor de Kerken 1973