Gezang 297


1   Toch overwint eens de genade,
en maakt een einde aan de nacht.
Dan onderwerpt de Heer het kwade,
dan is de strijd des doods volbracht.
De wereld treedt in 's Vaders licht,
verheerlijkt voor zijn aangezicht.

2   O welk een vreugde zal het wezen,
als Hem elk volk is toegedaan;
uit aard' en hemel opgerezen
vangt dan het nieuwe loflied aan.
Als ieder voor de Heer zich buigt
en aller stem Gods lof getuigt.

Liedboek voor de Kerken 1973