Gezang 296


1   Ik kom met haast, roept Jezus' stem.
Hij heeft de dood verslagen.
Nu zal al wie gelooft in Hem
de kroon des levens dragen.
Wijk niet van Hem.
Hoor naar zijn stem.
Reeds wenken ons van boven
de scharen, die Hem loven.

2   Ik kom met haast, Ik kom! Houd vast
wat Ik u heb gegeven.
Er blijft bij alle aardse last
een open deur ten leven.
Werp van u af
wat ik niet gaf.
Blijf u standvastig scharen
bij wie mijn woord bewaren.

3   Ik kom met haast, houd wat gij hebt,
nog is de worst'ling gaande.
Ik ben 't, uit wie gij krachten schept,
houd in de strijd u staande.
Zie op naar Mij:
Ik blijf nabij.
Ik houd u vast in 't lijden.
Niets zal u van Mij scheiden.

Liedboek voor de Kerken 1973