1 | Wij hebben een sterke stad, |
een stad met muren en schansen, | |
wij hebben een sterke stad, | |
een stad waar de kinderen dansen | |
en waar men muziek maakt en zingt, | |
een stad door de Heer omringd. |
2 | Wie wonen daar in die stad, |
die stad op de nieuwe aarde? | |
Een volk dat de Heer aanbad | |
en de trouw aan zijn roeping bewaarde. | |
O poortwachter, open de poort | |
voor al wie vertrouwt op zijn woord! |
3 | Vertrouwt op de Heer, vertrouwt |
want eeuwig zal Hij ons dragen. | |
De vesting zo hoog gebouwd, | |
die heeft Hij ternedergeslagen | |
maar mensen die steeds zijn geknecht | |
die wandelen hier in het licht. |
4 | Rechtvaardigen, hier is uw stad, |
standvastigen, hier uw sterkte. | |
Een ruimte die niemand mat, | |
een ruimte die niemand bewerkte | |
dan Israëls Heiland alleen, | |
Hij voert de verdrukten erheen. | |
Liedboek voor de Kerken 1973